‘Neem mij terug, Suriname’, is een literatuurboek dat ik een aantal jaren geleden op school moest lezen. Ik woonde toen in Suriname en ik hield niet van die dramatische stijl, waarin literatuurboeken geschreven werden. Ik hield – en hou nog steeds – van ‘en ze leefden nog lang en gelukkig.’. Maar omdat we die boeken nu eenmaal verplicht moesten lezen, koos ik voor dat boek.
Het boek gaat over de 40-jarige Benny, die in 1974 vanuit Suriname naar Nederland vertrekt, om net als 80.000 andere Surinamers in Nederland een nieuwe toekomst op te bouwen, nadat zijn relatie met zijn vriendin Silvia is verbroken. Na veel teleurstellingen, mislukte relaties, gebrek aan geld en sociale contacten, krijgt hij een vriendschapsrelatie met een prostituee, ene Netty, welke uitgroeit tot een liefdesrelatie. Als zij op de dag van hun huwelijk wordt vermoord, keert hij daarna ontgoocheld terug naar Suriname.
Wat mij echt bij is gebleven van dit boek, is het einde, waar Benny naar Suriname komt, uit het vliegtuig stapt en de grond kust in Suriname. Ik begreep dit gebaar niet, totdat ik zelf naar Suriname terugging na een aantal jaren in Nederland te hebben gewoond. Het vliegtuig landde in Suriname en toen ik de Surinaamse bodem onder mijn voeten voelde, de palmbomen zag, die heerlijke warmte voelde en de heerlijke buitenlucht rook, kreeg ik ook de neiging om hetzelfde te doen. Hoezo niet dramatisch? 😛 Ik begreep toen pas ook echt waar de schrijfster, de inmiddels met de belangrijkste Nederlandse literatuurprijs, de P.C.Hooftprijs 2016, bekroonde mw. Astrid H. Roemer, het over had. Dat gevoel van thuiskomen is onbeschrijfelijk en elke verwoording van dat gevoel lijkt dramatisch, maar het voelt echt zo. Onnodig om te vermelden dat ik een hernieuwd respect heb voor dit boek dat zo moedig rauwe emoties durft te beschrijven. Ouder en wijzer, toch 😛 .
Ik hou van Nederland en toch is er maar één plek op aarde die je echt thuis noemt en waar je voelt dat je echt jezelf kunt zijn. Voor mij is dat Suriname. Ik ben gezegend met mijn liefde voor zowel Suriname als Nederland; ik heb een moederland en een vaderland. En hoewel we heel veel van onze vaders houden, zouden we zonder onze moeders die ons gedragen en gebaard hebben, geen bestaansrecht hebben.
Ik ben nu enige tijd in Suriname geweest, heb ontzettende heimwee en hoewel Nederland ook mijn land is, blijft er sinds mijn terugkeer maar één zin in mijn hoofd ronddwalen:
‘NEEM MIJ TERUG, SURINAME’.
Dit artikel is gepubliceerd op het New Media Platform in maart 2016.